Deze titel is volledig gelogen. Ik ben er juist erg goed in. Ik ben ‘quite easily offended’. Menig ongemanierde Amsterdamse taxichauffeur weet dat inmiddels.
Aanstoot nemen: ergens tegenaan botsen en de daarop volgende pijn lekker persoonlijk maken. Het interpreteren als afwijzing, disrespect of een andere vorm van relationeel venijn.
Als Maartje niet happy is, concluderen dat IK het weer niet goed doe. Als de kinderen luidruchtig zijn, denken dat ze expres tegen MIJ schreeuwen. Als iemand kritiek op me heeft, het ervaren als een een verraderlijke dolkstoot tussen mijn nietsvermoedende schouderbladen.
Wat natuurlijk allemaal onzin is. In 95% van de gevallen zijn mensen helemaal niet bezig met mij, maar met zichzelf. Ik sta toevallig in de buurt, dat is het enige.
Dus wil ik superslecht worden in het persoonlijk maken van pijn. Ik wil dat me dat niet meer goed lukt. Dat me dat buitengewoon veel moeite kost.
Ik wil iemand zijn bij wie je van extreem beroerde huize moet komen om hem op de kast te krijgen. Iemand die als een taxi hem bijna voor z’n sokken rijdt tegen zichzelf zegt: ‘helaas, aanstoot nemen is niet mijn sterkste kant’, z’n sokken ophijst en vrolijk verder fietst.