… lazen we op haar opgespelde startnummer.
We zagen haar afgelopen zondag bij kilometer 32 van de marathon van Amsterdam. Ze liep niet echt lekker meer en dus riepen we haar naam. Eerst keek ze verbaasd. Toen zag ze ons en toverde deze prachtige grijns tevoorschijn. Ze kon er weer even tegenaan.
En zo stonden we daar de hele ochtend. Naam op naam. Grijns op grijns. Het zou me niets verbazen als zondag het tempo in de Watergraafsmeer een stuk hoger lag dan gemiddeld.
Merkwaardige wezens zijn we toch. Als iemand alleen al onze naam noemt, ons even ziet staan, dan kunnen we er – hoe zwaar het ook is – weer een poosje tegen aan. In de marathon des levens.