Je weet hoe de achterkant van een boek er uitziet: een paar pakkende zinnen die je verleiden om het boek open te slaan, een paar aanbevelingen van bekende namen en een tot de verbeelding sprekende foto van de auteur.
Deze week zag ik hoe de ECHTE achterkant van een boek er uitziet, namelijk zo:
Wat je hier ziet: gedoe. Heel veel gedoe. Een hele kaartenbak vol open eindjes: fases, rollen, deadlines, taken en andere toestanden. Dát is de werkelijke achterkant van een boek.
Al dit gedoe is een paar maanden geleden begonnen. In een samenkomst van mijn kerk in Amsterdam stelde ik voor om een boek te schrijven samen. Ik zag allemaal prachtige mensen in de kerk, met boeiende verhalen die het waard zijn om verteld te worden aan de wereld om ons heen. Dus waarom niet? Zou toch een mooi avontuur zijn?
Goed idee, zeiden een kleine 50 mensen. En we kwamen in februari een zaterdag bij elkaar om het boek te schrijven. Hier een vlog die ik gemaakt heb met een impressie van die dag:
Maar vervolgens moest het boek afgemaakt. Dat is sowieso een kluif werk, maar daar kwamen een paar complicerende factoren bij:
We hadden niet één schrijver, maar een kleine vijftig.
De meesten van ons hadden vrijwel geen schrijfervaring.
We hadden nog nooit een boek gemaakt.
We hadden nog nooit een boek vormgegeven.
We hadden nog nooit een drukker gezocht.
We hebben allemaal banen en kinderen en hobby’s en andere dingen.
Kortom, gedoe. Heel veel gedoe.
Ook een huwelijk heeft een achterkant met heel veel gedoe. En een bedrijf. En een creatief proces. En een moestuin.
Zoveel gedoe dat je je af en toe afvraagt: waar doe ik het allemaal voor.
Laatst stond ik op het punt om het hele boek aan de wilgen te hangen. De hoeveelheid tijd en energie die het kost om het boek te realiseren viel me zwaar tegen. En dus begon ik te denken: is dit het allemaal waard? Wat is de zin van al het gedoe?
Laat ik daar nu aanstaande zondag over spreken in mijn kerk. Ik ben benieuwd wat ik daar ga vertellen, ik ga in ieder geval zelf aantekeningen maken want heel vaak heb ik geen idee.
Maar voor het boek is het voor mij geen vraag: al dat gedoe is het waard. Waarom? Omdat de mensen die in het boek staan het waard zijn. Dat is geen nobele klets; ik krijg gewoon een glimlach op mijn lippen als ik aan hen denk. Amsterdamse promovendi, boeren, huismoeders, journalisten, kunstenaars, werkelozen, consultants en ondernemers die in 2018 eerlijke, ongepolijste en hoopvolle verhalen vertellen over hun leven met God – dat is toch gewoon prachtig?
Dus gaan we afmaken waar we aan begonnen zijn. En gaat binnenkort de hele rimram naar de drukker.
Dus ga ik nu de achterkant van het boek schrijven. Je-weet-wel, met van die pakkende zinnen.