Ik ben de laatste weken geïnspireerd door boeken van de Amerikaanse/Japanse kunstenaar Makoto Fujimura. Hij is écht christen en écht kunstenaar – een combinatie die mij uitermate boeit. In zijn boek Culture Care vertelt hij hoe hij als schilder het wereldberoemde Starry Night van Vincent van Gogh ‘leest’, namelijk als een verhaal.
Hij schrijft onder meer:
“Het schilderij is gesitueerd in Arles, Frankrijk. Merk op dat in het centrum van het schilderij een witte gereformeerde kerk is. Vincent importeerde een kerkgebouw uit zijn kindertijd en plakte dat in het Franse landschap om een parabel van zijn eigen leven te creëren.
Als je de kerk versluiert door er een vinger over te plaatsen, valt het schilderij visueel uit elkaar. De kerk is de enige verticale vorm, afgezien van de dominante cipresboom aan de linkerkant, die uitsteekt om de horizontale vlakken te breken. De boom en de kerk zijn de twee vormen die hemel en aarde verbinden. Zonder de kerk neemt de cipres de wervelingbeweging over en er is geen visueel centrum om de spanning in het schilderij vast te houden
Merk ook op hoe de huizen rondom de kerk verlicht worden met warm licht. De kerk is het enige gebouw in het schilderij dat helemaal donker is. Hierin ligt de boodschap van Vincent, in het bijzonder aan de realiteit van Iemand Die Op Het Randje Opereert: de Geest heeft de kerk verlaten – althans het gebouw – maar is actief in de natuur. Als je de visuele flow van het schilderij volgt, fietst je oog omhoog, nog steeds verankerd door het kerkgebouw. Je blik zal rusten in de rechter bovenhoek, op de Zon/Maan. Dit is niet alleen een maan, niet alleen een zon, maar een combinatie. Vincent wilde laten zien dat de Geest van God zelfs de natuur overstijgt – dat in de opstanding, in de Nieuwe Aarde en de Nieuwe Hemel, een compleet nieuwe orde de dingen zal vormen die zullen komen.”
Of ik het hier mee eens ben of niet maakt me niet uit – zo’n verhaald raakt en inspireert me. En het smaakt naar meer. Niet naar meer Van Gogh, die verhalen zijn al geschilderd. Nee, nieuwe verhalen. Jonge christelijke kunstenaars die iets maken en zeggen: hoi wereld, kijk, dit is hoe ík God’s hart heb leren kennen, dit is wat ík over hem geloof. En dat dat dan niet in een museum hangt maar aan mijn muur, in in de woonkamer aan mijn plafond en de WC – dát zou ik geweldig vinden.
Dus droom ik rustig verder met nummer 113.